Inleiding
Een jaar of wat geleden, 2015, kwam er in één van de Facebook fotografietips groepen een waanzinnige foto voorbij van het Andromeda stelsel. Dat melkwegstelsel is onze dichtbijzijnste buur. Over een jaar of wat gaan onze melkwegstelsels in elkaar op, maar dat gaan wij niet meer mee maken 😀 Enfin, ik zag die plaat en ik dacht: “Wowsers! Dat wil ik ook!”. Brutaal als ik ben, heb ik de maker van de foto aangesproken met de vraag hoe hij deze foto gemaakt had. En zijn antwoord was: “Het is niet moeilijk maar een extreem steile leercurve.”. Tja… K
Ik ben begonnen met het maken van foto’s vanaf een normaal statief. En verbazingwekkend, dit is nog best goed te doen ook! Zelfs in een lichtvervuilde stad J. Dit was het punt dat ik besmet werd met, wat wij noemen, het Astro-virus. Daar kom je nooit meer van af 😛 Dus al snel ging ik apparatuur kopen. Een telescoop, een tracking mount (zo’n automatisch statief die tegen de draaiing van de aarde in draait om zo de sterren te kunnen ‘volgen’, waardoor ik langere sluitertijden kan halen) en nu heb ik ook een digitale camera zonder infrarood filter op de sensor (zodat ik full spectrum kan fotograferen).
Beginnen
Waar zij nu nog laat in de avond en in de nacht haar kop opsteekt, komt ze steeds dichterbij de vroege avonduren. We hebben het over de Orion nevel, één van de meest gefotografeerde deep sky objecten in de astrofotografie. In de maanden december, januari en februari is zij vanaf 22.00 goed te zien.
Orion is ook mijn eerste astro object die ik ooit gefotografeerd heb. En daarom lijkt het mij leuk om een uitleg te geven hoe jullie dit ook, relatief eenvoudig, kunnen doen.
Ingrediënten
Als je Orion wilt fotograferen is benodigd:
- Een camera waarop je de belichtingsinstellingen (sluitertijd, diafragma en ISO-waarde) handmatig in kunt stellen;
- Een redelijk lichtsterke telelens (een f/5.6 op 300mm is al voldoende, maar liefst lager qua diafragma) waarmee de focus handmatig ingesteld kan worden;
- Een (stevig) statief;
- Afstandsbediening voor de camera;
- Een computer of laptop;
- Stackingsoftware (‘Deep Sky Stacker’ is een gratis tool welke goed werkt voor beginnende foto’s);
- Bewerkingssoftware (Photoshop of een ander programma);
- Een handje vol geduld J.
Vereisten
- Het dient helder te zijn (jôh, no shit Sherlock K);
- Het dient donker te zijn. Dit klinkt wellicht logisch, maar in onze steden barst het van de lichtvervuiling;
- De maan kan het beste niet aanwezig zijn. Dat ding is zo fel als een bouwlamp en zorgt dus voor meer lichtvervuiling, dus weg er mee;
- Er dient weinig wind te staan. Hoe harder het waait, hoe meer de camera en lens heen en weer gaan wiebelen op het statief en krijg je dus bewogen foto’s.
Al deze factoren zijn te bekijken voor jouw locatie in de gratis app of op de website van Clear Outside.
Voorbereiding
- Als het mogelijk is, kies een zo donker mogelijke plek met zo min mogelijk lichtvervuiling. Omdat astrofotografie in feite “fotonen vangen” is, geldt hoe minder lichtvervuiling hoe meer details je gaat krijgen. Op de site van Lightpollution Map kan je zien hoe donker het waar is. Let op!: In sommige natuurgebieden is het na zonsondergang verboden om je te begeven, respecteer de natuur en haar schoonheid J. Maar niet getreurd, onderstaande foto is in een buitenwijk van een grote stad gemaakt en omdat Orion één van de felste deep sky objecten is, is het dus wel mogelijk 😉 .
- Ga zo positioneren dat je zicht hebt op het zuiden, want daar komt Orion namelijk tevoorschijn. Van ZO tot ZW trekt ons doel.
- We gaan daar een uur voordat het donker wordt onze spullen buiten zetten om aan de buitentemperatuur te kunnen acclimatiseren. Dit omdat het glas zal krimpen of uitzetten als het warmer of kouder wordt. En omdat we later tientallen of honderden foto’s gaan stacken, willen we geen afwijkingen van elkaar hebben.
Instellingen
- Het liefst zetten we de camera op het opslaan in RAW. RAW bevat meer informatie dan JPG, dus we kunnen er later meer mee.
- Zet de camera op de M-stand (manueel).
- Zet de camera op burst-mode (continues shot). Als mogelijk zet de camera op silent burst mode, dat scheelt je beweging van de spiegel (dus minder kans op trillingen in de foto’s).
- We gaan ons diafragma lekker openzetten. Wees niet bang om zo laag mogelijk te gaan! Last van scherptediepte heb je toch niet op deze afstanden en hoe opener, hoe meer fotonen binnen komen. Onderstaande foto is op f/6 genomen (lager kon ik niet met deze Sigma 150-500 f/5.6-6 lens).
- De ISO mag hoog, een ISO 3200 is niet vreemd. Liefst zo laag mogelijk uiteraard, maar in dit geval is vangen van licht meer belangrijk dan ruis. Maar ga zeker ook niet te hoog, het moet ook weer geen grindplaat worden 😀 .
- Zoom in tot de gewenste zoom. Let op: hoe meer je inzoomt, hoe korter de sluitertijd moet worden. Maar een 300mm is nog redelijk. Onderstaande foto is zelfs op 500mm genomen.
- Eerst gaan we zorgen dat onze focus in orde is. Mik op een hele felle ster en draai handmatig aan de focus totdat je een zo klein mogelijk puntje hebt. Gebruik, als je het hebt, live view. Dit is echt een uitkomst J. Gebruik de digitale zoom op de live view om zo ver mogelijk in te zoomen om zo beter te kunnen focussen.
- Nu de sluitertijd, deze is belangrijk om exact uit te gaan rekenen! De toverformule bij astrofotografie vanaf statief, met een 24Mpx camera, is 500 / f / crop. Dus als je bijvoorbeeld een Canon 750D gebruikt (waarmee onderstaande foto genomen is), heb je een cropfactor van 1,6. Als we dan op 300mm gaan fotograferen, krijgen we: 500/300/1,6 = 1.04 ≈ 1 seconden maximale sluitertijd. Ga daar niet overheen (dan krijg je bewegingsonscherpte in het doel en stersporen), maar ga er ook niet te veel onder zitten (dat kost je fotonen).
Fotograferen
Nu de camera staat ingesteld, willen we eerst weten waar deze Orion nevel nu exact staat.
Kennen we de Orion gordel? Die drie felle sterren op een rijtje? Deze staan rechtsonder van Betelgeuze, die felle oranje ster in het zuiden. Als je de gordel gevonden hebt, daaronder heb je een kleine gordel (het zwaard van Orion genoemd). Daarin zit onze nevel. Daar gaan we nu op mikken.
Zorg dat Orion op ¼ links van het beeld staat. Dit omdat we veel foto’s gaan schieten, maar Orion beweegt. Dus zodoende hebben we speling voordat we de camera moeten gaan herpositioneren.
Als we alles in beeld hebben, SHOOT!… Continu achter elkaar… Maar zeker een foto of 100. Liefst nog meer.
Als we klaar zijn, gaan we de foto’s stuk voor stuk (ja echt :P) bekijken. Want er zullen er genoeg tussen zitten welke bewogen zijn, of waar een wolk voor zit, of etc… Deze ‘slechte’ foto’s filteren we er handmatig uit. Lees: delete 😛
Stacken
Stacken is een verhaal apart. Waarom stacken we? Wat is het nut???
Stacken is in feite het nemen van een gemiddelde van die pixel per positie van alle platen. Als we een stukje Orion hebben, zal dat stukje duidelijker worden, dynamischer, etc. Maar als we een stukje ruis te pakken hebben, omdat ruis willekeurig op het canvas valt, heeft die pixel maar af en toe een ruissignaal ter pakken. Zodoende middelen we dus eigenlijk de ruis uit de plaat.
En hoe meer lights (zo heten deze foto’s), hoe meer de ruis er uit gefilterd wordt. Voor de geïnteresseerden: 4x zoveel lights is een 2x ruisreductie van de signaalruis J.
Hoe gaan we dan stacken?
- We downloaden en installeren een asto stacking tool. Deep Sky Stacker voldoet en is gratis J en we laden de foto’s in de tool.
- We drukken op de link Selecteer alles en dan op de link Registreer gevinkte afbeeldingen.
- Als we naar het tabblad Ge-avanceerd toe gaan, zien we een schuifje en een berekenknop. Van belang is dat, na het drukken van Bereken het aantal gedetecteerde sterren, er ongeveer 50 tot 150 sterren herkend worden. Zo niet, verschuif het schuifje en probeer het opnieuw.
- Zet bij Aanbevolen instellingen de instellingen als volgt en druk op Ok.
- Nu is het een tijdje wachten…
- Als de stack klaar is, sla deze op als 16-bit/kan TIFF.
Bewerken
Nu komt een derde deel van het avontuur, de bewerking.
De uitkomst van de stack is nog steeds een zwak signaal. Orion is niet helemaal duidelijk te zien, helaas. Maar de data zit er wel 😀 . En daarom is er een truckje dat heet stretchen. Het doel van de bewerking is om de data, welke nu nog op de achtergrond zit, uit te rekken (stretchen) totdat deze op de voorgrond te zien is.
Maar eerst, om te beginnen dienen we de witbalans goed te zetten, dit doe ik in het Camera RAW-filter. Een klein truckje om dit te doen is om zowel de levendigheid (vibrance) als de verzadiging (saturation) op 100% te zetten. Dan zie je dat de kleuren in het histogram verder uit elkaar worden getrokken, waardoor het exacter te werk gaan makkelijker wordt.
Zet nu de temperatuur en de tint zo dat de kleuren in het histogram zo exact mogelijk op elkaar komen te staan. Als je dit voor elkaar hebt, niet vergeten om de levendigheid en verzadiging weer op 0% te zetten (tenzij anders gewenst 😉 ).
Maak gebruik van een levels laag om het zwartpunt te verleggen.
Nu pakken we een curves laag. Hierin zetten we het donkerste punt van de foto vast en selecteren een punt in de nevel welke we dan omhoog gaan trekken.
Dan eventueel nog een levels laag of een saturatielaag…
KLAAR 😉
1 thought on “Deep Sky astrofotografie”